Etappe 13

Thor Hushovd heeft vrijdag voor de eerste keer een bergetappe in de Tour de France gewonnen. De wereldkampioen arriveerde solo in bedevaartsoord Lourdes nadat hij afrekende met zijn medevluchters David Moncoutié en Jérémy Roy. Op tien seconden finishte Moncoutié als tweede, Roy passeerde 26 seconden na Hushovd de meet. Maarten Tjallingii, die mee was met Hushovd en consorten, was op plaats negen de beste Nederlander. Het peloton finishte op ruim zeven minuten. Omdat de favorieten hun kruit droog hielden, kwam de gele trui van Thomas Voeckler niet in gevaar. De bolletjestrui wisselde wel van eigenaar: Roy pakte onderweg voldoende punten om Samuel Sanchez te onttronen als bergkoning. Om 13.30 uur klonk het startschot voor de tweede Pyreneeënrit, op papier de minst zware van het drieluik in het hooggebergte bij de Spaans/Franse grens. De overgebleven 174 renners moesten weliswaar over de legendarische Aubisque, de top van die col lag op ruim veertig kilometer van de aankomst.

Aanvalspoging Gesink
Omdat veel ploegen een renner wilden hebben in de kopgroep, lag de snelheid in de vlakke beginfase extreem hoog: na twintig kilometer lag het gemiddelde dik boven de vijftig kilometer per uur. Nadat aanvalspogingen van onder anderen Philippe Gilbert, Robert Gesink en Niki Terpstra mislukten, noteerden de volgers na ongeveer een uur een geslaagde ontsnapping. Rabobank-renner Tjallingii belandde in een groepje met sprinters (Hushovd en Alessandro Petacchi) en erkende vrijbuiters (Moncoutié en Roy). Ook Dmitri Fofonov, Jérôme Pineau, Lars Bak, Vladimir Goesev en het Noorse talent Edvald Boasson Hagen gingen op avontuur. Op dat moment had Tjallingii’s ploeggenoot Lars Boom de strijd met een achillespeesblessure al moeten staken, evenals Andreas Klöden, die de afgelopen week was betrokken bij vele valpartijen.

Beklimming Aubisque
Met een marge van ongeveer vijf minuten op het peloton, waar Voecklers troepen zonder te jagen het kopwerk voor hun rekening namen, begonnen de koplopers aan de beklimming van de Aubisque. Op de eerste stroken van de Pyreneeën-col reed Hushovd weg van zijn medevluchters. De Noor vergaloppeerde zich echter en werd voorbijgestoken door Roy en later ook Moncoutié. De top van de Aubisque werd als eerste bereikt door Roy, waardoor hij Samuel Sanchez onttroont als bergkoning. Moncoutié gaf om en nabij de minuut prijs, terwijl Hushovd de afdaling begon met een achterstand van twee minuten.

Mollema valt aan
Het peloton ondertussen werd uitgedund op de Aubisque, maar geen van de favorieten benutte de col van de zwaarste categorie voor een offensief. Bauke Mollema vestigde de aandacht op zich met een aanval. Aansluiting vinden met de vroege vluchters zat er nooit in. Wel eindigde de Rabobank-renner voor het peloton, nadat hij in de slotfase gezelschap kreeg van Gilbert. In de finale probeerde Roy een voorsprong op Moncoutié en Hushovd, die samen de achtervolging inzetten, te verdedigen. Dit lukte hem niet: op 2,5 kilometer van de meet reed Hushovd weg van Moncoutié om in een mum van tijd Roy te achterhalen en te laten staan. Het is de negende ritzege van de Noor in de Tour, die eerder in deze ronde de gele trui droeg nadat zijn team Garmin-Cervélo de ploegentijdrit won.

Mollema: Voel me weer wielrenner
Bauke Mollema toonde in de dertiende etappe van de Tour de France aan dat hij weer hersteld is van de griep die hem de afgelopen dagen parten speelde. De Groninger kwam als elfde over de streep, in de etappe die werd gewonnen door Thor Hushovd. “Ik voel me weer wielrenner. Dat was de afgelopen dagen wel anders”, aldus Mollema na afloop tegenover de NOS. “Het gevoel was de afgelopen dagen ver weg, maar ik ben er wel doorheen, denk ik.” De Raborenner ontsnapte onderaan de beklimming van de Aubisque uit het peloton. “Mickaël Delage viel aan, dus ik dacht ‘ik ga maar mee’. Ik wist wel dat ik niet meer bij de kopgroep kon komen, maar ik wilde me toch even laten zien.” “Mijn benen voelen in ieder geval een stuk beter. Ik ben nog niet helemaal de oude, maar ik voel me elke dag fitter. Het is toch mooi om in zo’n klim voorop te rijden. Dat geeft wel een kick en meer moraal dan achteraan fietsen. Ik wil me de komende week meer laten zien.”

Gilbert
Mollema werd op 25 kilometer voor de streep bijgehaald door de opstomende Belg Philippe Gilbert. “Die was vrij sterk en moet echt een ongelooflijke afdaling van de Aubisque hebben gereden. Hij kwam langszij en ik dacht: ‘ik ga mee’.” Voorafgaand aan de dertiende etappe had de Raboploeg de koppen bij elkaar gestoken om de aanpak te bepalen nu Robert Gesink kansloos is voor een goede eindklassering.

Laten zien
“We kijken natuurlijk wat we nog kunnen doen. Het klassement kunnen we vergeten, maar we zijn hier met zeven sterke renners, waarmee we voor een etappezege kunnen gaan. Het doel was vandaag om Laurens ten Dam, Barredo of Sanchéz in een ontsnapping te krijgen.” “Uiteindelijk belandde Maarten Tjallingii in de kopgroep. Dat is niet de ideale man om daarbij te hebben, met de beklimming van de Aubisque, dus dat is wel jammer. We willen ons in ieder geval laten zien en dat is vandaag al een beetje gelukt.”