Etappe 14

Jelle Vanendert heeft de Pyreneeën-etappe met aankomst op Plateau de Beille op zijn naam geschreven. De 26-jarige Belg van Omega Pharma-Lotto, die in het klassement geen rol van betekenis speelt, reed zes kilometer voor de aankomst weg uit de groep der favorieten. Vanendert bleef Samuel Sanchez 21 seconden voor. Donderdag op Luz-Ardiden was de volgorde nog omgekeerd. Vanendert neemt dankzij zijn zege de bolletjestrui over van Jérémy Roy. De soeverein koersende Thomas Voeckler pareerde elke aanval op de gele trui en finishte in de groep der favorieten op 48 seconden van de ritwinnaar. Rob Ruijgh was net als donderdag op Luz-Ardiden de beste Nederlander. De Limburger passeerde op 2.38 minuten als zeventiende de meet. Robert Gesink loste al aan de voet van de slotklim en gaf zo’n kwartier prijs.

Mollema in kopgroep
Rond het middaguur begonnen de overgebleven 171 coureurs aan de laatste en zwaarste rit door de Pyreneeën. Liefst zes cols kregen de renners voor de wielen. Letterlijk op het moment dat Tourdirecteur Christian Prudhomme het officiële startsein gaf, demarreerde Gianni Meersman. De Belg werd snel ingelopen, maar even later ontstond een kopgroep van twintig renners, met onder anderen de Rabo-renners Bauke Mollema en Luis Leon Sanchez, Marco Marcato van Vacansoleil, David Millar, Jens Voigt, Linus Gerdemann en Sylvain Chavanel. Na de beklimming van de eerste col sloten nog vier man aan. Het peloton, aangevoerd door het Europcar van Voeckler, gaf de avonturiers de ruimte, aangezien niemand van hen een gevaar vormde voor het algemeen klassement. De maximale voorsprong zou zo’n negen minuten bedragen.

Aanval in afdaling
Nadat de kopgroep in zijn geheel bij elkaar bleef op de eerste beklimmingen, reden Millar, Julien Fares en Sandy Casar weg van hun vluchtgenoten in de afdaling van de tweede col. Het trio vergaarde al snel een marge van twee minuten en kreeg op de Col d’Agnes gezelschap van de negen sterkste klimmers uit de ‘oude’ kopgroep, waartoe Mollema en Luis Leon Sanchez niet behoorden. Ondertussen had in het peloton Leopard-Trek het commando overgenomen van Europcar, waardoor de voorsprong van de leiders als sneeuw voor de zon smolt.

Ten Dam onderuit
In de afdaling van de Col d’Agnes kwam Rabo-renner Laurens ten Dam hard ten val. De coureur sloeg over de kop bij het nemen van de bocht en viel op zijn gezicht, maar kon wel de koers vervolgen. Aan de kop van de wedstrijd was het inmiddels gedaan met de goede verstandhouding. Nadat onder anderen Mollema en Sanchez in de vallei aansloten, vond er een spervuur aan demarrages plaats. Casar hield het op de slotklim het langst vol. De renner van Française des Jeux werd op zes kilometer van de finish ingelopen. In de groep der favorieten werd het vuurwerk lang opgespaard. Op ruim tien kilometer van de meet opende Andy Schleck het bal. De Luxemburger kwam echter niet weg, waardoor alle klassementsrenners, inclusief de verrassende Voeckler, weer aansloten. Nadat de toppers even de kat uit de boom keken, plaatste Vanendert zijn aanval. De Belg liep snel uit en vierde zijn grootste triomf in zijn loopbaan.

Sterke Voeckler
Achter de renner van Omega Pharma-Lotto probeerde Sanchez nog een aanval in te zetten, maar de Bask moest zich gewonnen geven. In de slotfase stak Voeckler nog de lont in het kruitvat, waardoor de groep der favorieten werd uitgedund. Geen van de toppers moest echter lossen. Andy Schleck wist nog wel een gaatje te slaan van twee seconden. Zondag staat een vlakke etappe naar Montpellier op het programma. Het is voor sprinters de laatste kans op dagsucces voor de slotetappe met aankomst in Parijs.