Etappe 10

Sergio Paulinho heeft de tiende etappe in de Tour de France van Chambéry naar Gap gewonnen. De Portugees versloeg in de sprint de Wit-Rus Vasil Kiryienka met miniem verschil. Het duo maakte lange tijd deel uit van een kopgroep bestaande uit zes renners. Op de laatste klim van de dag bleken zij echter de sterksten. Paulinho hield vervolgens in het eindspel zijn zenuwen het best in bedwang. De rijder van de RadioShack-formatie maakt met de winst de tot nog toe teleurstellend verlopen ronde voor de Amerikaanse ploeg, met kopman Lance Armstrong, enigszins goed. Dries Devenyns kwam in de finishplaats aan de voet van de Alpen als derde over de streep. De Fransman Jerome Pineau heroverde de bolletjestrui op landgenoot Anthony Charteau door, ver achter de koplopers, de sprint in het peloton op de eerste bergtop van de dag te winnen. In de strijd om de gele trui veranderde er in de top van het klassement niets.

Petacchi
De etappe kende een onstuimig begin. Een tussensprint op twintig kilometer zorgde ervoor dat het tempo hoog lag. Aanvalspogingen werden snel in de kiem gesmoord, vooral door het controlerende rijden van de renners van Lampre. Alessandro Petacchi beloonde het harde werk van zijn ploegmaats door als eerste over de streep te komen. Hoewel Groene trui-drager Thor Hushovd in het wiel van de Italiaan zat, bedraagt het gat tussen de twee in het puntenklassement nog slechts zeven punten.

Opluchting
De Franse ploegen moesten vervolgens vol aan de bak om op hun feestdag, Quatorze Julliet, zich van voren te laten zien. Het was echter een viertal, bestaande uit twee Belgen, een Portugees en een Wit-Rus, dat wist weg te komen bij het peloton. Door een gebrekkige samenwerking van de Fransen in de jacht op de koplopers, liepen Paulinho, Kiryienka en de Belgen Devenyns en Mario Aerts al snel uit. Het duo Maxime Bouet en Pierre Rolland zorgde voor een zucht van opluchting in Frankrijk door, toen het peloton uiteindelijk stilviel, alsnog de achtervolging in te zetten. De twee 23-jarige renners beten veertig kilometer lang op hun tandvlees en slaagden er aan de voet van de Cote de Laffrey in aan te sluiten bij het viertal. De kopgroep wist vervolgens met gemak uit de greep van het peloton te blijven.

Belgische aanval
Op de laatste klim van de dag was Bouet de eerste die kraakte. Door het samenspel van de twee Belgen, die in het verleden ploegmaten waren, moest ook de andere Fransman, Pierre Rolland, afhaken. Paulinho beantwoordde de Belgische aanval echter wonderwel. Hij haalde Devenyns terug en reed vervolgens simpel bij hem weg. Kiryienka was de enige die het wiel van Paulinho wist te houden. Op de streep moest hij alsnog zijn meerdere erkennen in de Portugees.

Pyreneeën
Het peloton laat de Alpen donderdag definitief achter zich en zet met Andy Schleck in de gele trui en Robert Gesink in het wit middels drie overgangsetappes koers richting het hooggebergte van de Pyreneeën.

Schleck geniet in het geel
Zijn eerste dag als drager van de gele trui in de Ronde van Frankrijk was Andy Schleck woensdag goed bevallen. Ver achter de kopgroep, waarvan de Portugees Sergio Paulinho in Gap de ritzege opeiste, controleerde Saxo Bank de koers en had de Luxemburger de tijd om rond te kijken. ”Ik zag mijn naam vaak op de weg gekalkt staan. Ze beginnen me hier te kennen.” De stress lijkt geen vat te hebben op de 25-jarige renner die blij was met een relatief rustig dagje in de Tour. ”Het was erg warm. De meeste renners hadden ook duidelijk nog last van de rit van dinsdag. We wisten dat de Fransen gingen aanvallen op hun nationale feestdag.” “Toen er eenmaal een vluchtgroep was ontstaan, vonden we het in het peloton wel goed. We hebben daarna met de ploeg de koers achter die groep gecontroleerd.”

Klassement
Het werd een latertje in Gap. Een klein kwartier na ritwinnaar Paulinho, uit de ploeg van Lance Armstrong, kwam het eerste peloton binnen met daarin alle renners uit de top van het klassement. Voor nieuw spektakel is het wachten op de Pyreneeën, al voorzag Schleck vrijdag nog wel een pittig dagje op weg naar Mende. Het is een slotklim die concurrent Alberto Contador ligt. Dit voorjaar besliste hij er de rittenkoers Parijs-Nice in zijn voordeel.

‘Overzichtelijk’
”De Tour is overzichtelijk”, meende Schleck. ”Ik zal de komende dagen, en vooral in de Pyreneeën, toch voornamelijk Contador in de gaten moeten houden. Al is het natuurlijk niet zo dat we jongens als Mentsjov en Gesink zo maar weg laten rijden. Maar ik ben gefocust op Contador. Ik heb in de Alpen gezien dat ik samen met hem in ieder geval beter klim dan de rest.” In de bergen had Contador tot nu toe ten opzichte van Schleck voor dat hij meer ploeggenoten om zich heen had. Met name Daniel Navarro, Paolo Tiralongo en Aleksandr Vinokoerov konden hun kopman lang bijstaan, waar Schleck vooral zijn geblesseerd uitgevallen broer Frank miste.

Geen zwakke plekken
”Het is geen probleem”, vertelde hij woensdag. ”Ik vind niet dat we echt zwakke plekken hebben in de ploeg. Ook al zijn we bergop minder sterk vertegenwoordigd dan Astana. Ik denk dat dat geen probleem hoeft te zijn. We hebben mannen als Stuart O’Grady en Fabian Cancellara, die op het vlakke heel veel werk verrichten.”
Schleck: ”Belangrijker is nog dat we vrienden zijn, meer nog dan ploeggenoten. De jongens werken ook zo hard omdat ze me mogen. Dat maakt onze ploeg zo sterk.”

‘Ploeg wist niet van blessure Evans’
Slechts de ploegleiding van BMC en de teamarts waren op de hoogte van de ernst van de blessure van Cadel Evans. Dat vertelde ploeggenoot Karsten Kroon woensdag bij de start van de tiende etappe van de Ronde van Frankrijk. Evans raakte een dag eerder achterop en verloor het geel aan Andy Schleck. Na de rit van dinsdag werd bekend dat de Australiër bij een val in de achtste etappe een scheurtje in zijn linkerelleboog had opgelopen. Ook zijn ploeggenoten waren maandag, op de rustdag in Morzine, niet op de hoogte gebracht, nadat Evans in het ziekenhuis was onderzocht.

”Het was een goede beslissing om het geheim te houden”, vond Kroon. ”Als je het de ploeg vertelt, zijn er gauw twintig mensen die het weten. Dan kan zoiets toch uitlekken en ruiken de concurrenten bloed.”

Wonder
Kroon had zijn kopman zien vallen. ”Ik vond het al een wonder dat hij weer op de fiets stapte, helemaal dat hij aan het einde van de dag de gele trui mocht aantrekken.” Dinsdag verloor Evans het uitzicht op een goed klassement. Tot zijn verbazing trof Kroon in de ploegbus niet eens een hoopje ellende aan. ”Cadel zat in het routeboek te bladeren. Ik zou eerder in een donker hoekje hebben zitten huilen. We gaan hem nog wel zien deze Tour.”